Toontjes spreekbeurt

TOONTJES SPREEKBEURT

 

Toontje woont bij zijn twee vaders, Bram en Paul. Da´s best cool. Ze gaan met z´n drieën vliegen in een vliegtuigje, ze doen het raadspelletje wie het eerst weet waar een reclame op de televisie over gaat, ze laten winden in bed en ze willen misschien een hond. En Toontje moet een spreekbeurt houden. Alleen weet hij nog niet waarover.

´Waarover zal ik het nou doen?´ vraagt Toontje.
Paul zegt niks. Hij is verdiept in zijn boek.
´Paul, waarover zal ik het doen,´ zegt Toontje een beetje harder.
´Wat doen?´ vraagt Paul.
´Mijn spreekbeurt,´ zucht Toontje. ´Waarover ik mijn spreekbeurt moet doen.´
´Over tuinieren,´ zegt Paul zonder op te kijken.
´Doe niet zo stom. Welk kind houdt er nou een spreekbeurt over tuinieren?´ zegt Toontje.
Paul legt het boek naast zich neer.
´Je zou het toch doen over een held uit het verleden?´
´Dat is zo,´ zegt Toontje. ´Maar ik weet nog steeds geen held. Alle helden en heldinnen die ik ken, die leven nog. En een held uit het verleden moet dood zijn.´

 

En dan gaat de opa van Toontje dood. Da´s nogal triest. Want opa was een goeie man. Hij hield van voetbal en hij plaagde de hond van zijn zure buurman. Als opa wordt gecremeerd, houdt Toontje zijn spreekbeurt. In het crematorium.

Toontje staat op een verhoging, zodat iedereen hem goed kan zien. Daardoor lijkt hij meteen een stuk groter. Aan de mensen in de zaal vertelt hij dat opa het liefst gebakken vis at. Dat hij Patrick Kluivert de beste voetballer van Ajax vond. Dat hij bijna altijd verloor als ze scrabble speelden. Dat hij op zondag wel eens ging vissen, bijna van alle vogels wist wat voor vogels het waren en dat hij altijd lief was voor oma.

Toontje´s oma is trots op hem omdat hij zo mooi heeft gesproken in het crematorium. Ze geeft hem de verrekijker van opa cadeau.

´Gaaf oma, dankjewel,´ zegt Toontje.
Hij haalt de verrekijker meteen uit de doos en loopt ermee naar het raam.
´Ik zie de overbuurvrouw in haar bh! Een donkerbruine!´ roept Toontje.
´Wat?´ zegt oma. ´Toontje ga onmiddellijk met die verrekijker weg bij het raam. Iedereen ziet je staan. Wat zullen de mensen uit de straat wel niet denken.´

Links
Spreekbeurt.pagina.nl
Uitgeverij De fontein

webklusje van Tos&So©2006